Impact van ETS2 op A-B-C-leveringen

In de Kamerbrief van 8 september 2025 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de resultaten gedeeld van een verkennend onderzoek, uitgevoerd door studio Gear Up, naar de impact van ETS2 op A-B-C-leveringen van brandstoffen. In de kamerbrief wordt gesteld dat het Ministerie op basis van dit onderzoek geen aanleiding ziet om wet- of regelgeving aan te passen.

studio Gear Up kreeg de opdracht om de praktijk in kaart te brengen en de mogelijke gevolgen van ETS2 te verkennen, niet om een uitgebreide kwantitatieve analyse of scenario-modellering uit te voeren.Dit onderzoek was daarmee slechts een verkenning van mogelijke gevolgen. De mogelijk vergaande gevolgen die in het onderzoek geschetst worden, zouden aanleiding kunnen geven tot vervolgonderzoek om de precieze effecten opde sector in kaart te brengen. Op zichzelf, is dit onderzoek onvoldoende basisom een beleidsbeslissing te nemen.

Wat betekentdit voor de sector?

Dat het Ministerie geen aanvullende maatregelen neemt, betekent dat de markt zich zelf zal moeten aanpassen aan de nieuwe juridische realiteit onder ETS2. Marktpartijen hebben aangegeven dat dit waarschijnlijk zal leiden tot:

  • Meer accijnsinclusief handelen: de verwachting is dat veel transacties verschuiven van het huidige accijnsuitgestelde model (A-B-C-leveringen) naar accijnsinclusieve handel.
  • Marktconcentratie: kleinere leveranciers zonder eigen depot of blendcapaciteit verliezen handelingsruimte en worden afhankelijker van de grotespelers met infrastructuur.
  • Minder dynamiek in de HBE-/ERE-markt: doordat minder partijen een eigen verplichting hebben en HBE’s/ERE’s vooral zelf gaan inboeken, neemt de vrije handel in hernieuwbare brandstofeenheden waarschijnlijk af.
Uitdaging: informatie voor eindgebruikers

Een belangrijk aandachtspunt is de informatiepositie van eindgebruikers. In de huidige A-B-C-constructies informeren veel leveranciers hun klanten over het aandeel en de herkomst van de hernieuwbare component in hun brandstoffen. Deze informatieis relevant voor rapportageverplichtingen, duurzaamheidsdoelen of klantwensen (bijvoorbeeld uitsluiting van bepaalde grondstoffen).

Wanneer echter meer accijnsinclusief wordt gehandeld, hebben tussenhandelaren (de voormalige B- en C-partijen) deze informatie niet langer beschikbaar. Het risico is dat eindgebruikers minder inzicht krijgen in:

  • de mate waarin zij daadwerkelijk hernieuwbarebrandstoffen afnemen,
  • de duurzaamheid van de gebruikte grondstoffen,
  • en de bijbehorende emissiereductieprestaties.

Dit vormt eenuitdaging voor transparantie in de keten en kan de positie van hernieuwbarebrandstoffen in de markt verzwakken.

Lees het volledige onderzoeksrapport hier.