Nationaal Plan Energie: Ontwikkelpad koolstofketen | 2023
In het Nationaal Plan Energie (NPE) staat beschreven hoe het Nederlandse energiesysteem zich zal ontwikkelen tot 2050. Het kabinet geeft hiermee aan hoe het klimaatneutraliteit wil behalen in 2050. In verdiepingsdocument B van het NPE wordt dieper ingegaan op de ontwikkelpaden van de hoofdketens van het toekomstige energiesysteem: elektriciteit, waterstof, koolstof en warmte. Deze blog post bespreekt een aantal opvallende thema’s omtrent het ontwikkelpad van de koolstofketen.
Allereerst omschrijft het kabinet 3 mogelijke ontwikkeltrajecten, waarbij in het eindbeeld van 2050 in meer of mindere mate gebruik wordt gemaakt van fossiele koolstof. Ontwikkelrichting 1 omvat geen restrictie op de inzet van fossiele koolstof. Richting 2 houdt in: een ‘minimale inzet’ van fossiel, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor de chemische sector en voor bunkerbrandstoffen (lucht- en zeevaart). Hiervoor verwacht het kabinet dat fossielvrije alternatieven in 2050 nog beperkt zullen zijn. Richting 3 stuurt op een volledig fossielvrije samenleving in 2050.
Het kabinet geeft aan dat ontwikkelrichting 2 vooralsnog de gewenste richting is. Hierbij blijft dus enige ruimte voor fossiele koolstof in het energiesysteem.
Voor deze keuze noemt het kabinet een aantal redenen, waaronder:
- Het zou niet wenselijk zijn om een hard beleidsdoel te maken voor een fossielvrije koolstofketen omdat er nog weinig zicht is op de haalbaarheid en de consequenties van een volledig fossielvrije samenleving.
- Andere landen gaan misschien minder snel vooruit: het is niet mogelijk om op nationaal niveau ambitieuzere bindende normen te stellen dan wat op EU-niveau is afgesproken.
- Een (te) groot beslag doen op hernieuwbare koolstofdragers uit het buitenland zou ervoor kunnen zorgen dat die landen zelf langer afhankelijk blijven van fossielekoolstof.
Uit dit verdiepingsdocument blijkt ook een relatief groot vertrouwen in het gebruik van CCS (Carbon Capture and Storage)om de uitstoot van fossiele koolstof te compenseren.
Een ander in het oog springend thema is de scepsis over de beschikbaarheid van hernieuwbare koolstof, met name de biogrondstoffen die nodig zijn om deze koolstofdragers te produceren. Het kabinet benadrukt meermalig de verwachte schaarste van hernieuwbare koolstof en wil daarom voornamelijk sturen op een algehele vermindering van het koolstofgebruik in Nederland. Het kabinet heeft hierbij een grote rol voorelektriciteit en waterstof voor ogen.
De koolstof die beschikbaar is wil het kabinetmet name inzetten in de chemie en internationale mobiliteit (lucht- enscheepvaart). Hierna zou groen gas kunnen worden ingezet voor de gebouwde omgeving en voor biobrandstoffen in het zwaar wegtransport.
Op de tweede plaats, pas na de sturing op algehele vermindering van koolstofgebruik, komt het aanbod van hernieuwbare koolstofdragers aan de orde. Het kabinet erkent het belang van opschaling van het aanbod hernieuwbare koolstof, maar benadrukt tegelijkertijd de mogelijke negatieve impact van de winning van biogrondstoffen op het milieu en biodiversiteit.
Het Platform Hernieuwbare Brandstoffen laat zien dat er potentieel genoeg beschikbaarheid is van duurzame groene koolstof, maar dat hiervoor nog wel stappen te maken zijn. Het Platform werkt actief aan het bevorderen van de ontwikkeling van nieuwe aanvoerketens, aansluitend op een nieuw groen productiesysteem. Voor het opzetten van een dergelijk groen productiesysteem is de steun van de Nederlandse overheid hard nodig, maar deze zou goed kunnen voorzien in de behoefte aan groene koolstof en daarmee ontwikkelrichting 3 tot een realistisch scenario maken.
Lees het verdiepingsdocument hier
Lees het volledige NPE rapport hier