PHB: Inbreng internetconsultatie wijziging Wet Milieubeheer tbv Implementatie RED III

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal wijzigingen van de Wet Milieubeheer voorgesteld ten behoeve van de Nederlandse implementatie van de herziening van de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED III). In het kader van deze internetconsultatie, heeft het Platform Hernieuwbare Brandstoffen een reactie opgesteld.

Met veel van de voorgestelde wijzigingen zijn we het eens. Zo verwelkomen we de ombouw van de systematiek van energiesturing naar het sturen op CO2-emissiereductie, omdat we geloven dat dit de inzet van hernieuwbare brandstoffen met een hogere emissiereductieprestatie bevordert. Daarnaast staan we achter het inbrengen van een sectorspecifieke sturing in plaats van een sectorbrede aanpak. Het voorstel voor separate sub-doelen voor RFNBO's en Annex IX-A brandstoffen ondersteunen wij ook.

We hebben ook enkele punten van commentaar, deze zijn verder uitgelegd in de volledige inbreng. Kort samengevat adviseren we het ministerie om:

  • niet opnieuw de mogelijkheid voor een nieuw type vermenigvuldigers te introduceren
  • in overweging te nemen dat wanneer Raffinagereductie-eenheden, gecreëerd door de inzet van groen waterstof in de raffinagesector, ingezet worden voor verplichtingen in de vervoerssector, ze daar nagenoeg geen klimaatreductie opleveren omdat ze geen fossiele brandstof vervangen in de mobiliteitssector.
  • met verduidelijking te komen over de brandstoffen die worden meegenomen voor het bepalen van de hoogte van de verplichtingen, omdat bijvoorbeeld LNG, LPG en andere beter-fossiele brandstoffen niet staan vermeld, wat de scope van de verplichting significant kleiner zou maken.
  • het schrappen van de uitbreiding an het verbod op dubbele verzilvering omdat niet moet worden ingegrepen op initiatieven tussen marktpspelers.
  • te overwegen om de massabalans-methode breder toe te staan
  • oog te hebben voor de rol van elektriciteit binnen de systematiek EV. Andere instrumenten zorgen al voor de instroom van elektrische voertuigen in mobiliteit en het verder vergroenen van het elektriciteitsnet. Tegelijkertijd zorgt elektriciteit binnen de systematiek EV onbedoeld voor minder hernieuwbare gasvormige en vloeibare brandstoffen en meer resterende fossiele brandstoffen. Het buiten het systeem van de jaarverplichting houden van elektriciteit zorgt voor meer hernieuwbare brandstoffen zonder dat het minder hernieuwbare elektriciteit in mobiliteit oplevert, elektrische voertuigen kunnen immers enkel op elektriciteit rijden. Het lagere resterend volume aan fossiel zorgt dan wel voor verdere emissiereductie.

Vind de gehele inbreng in het bijgevoegde document.