PBL: Trajectverkenning Klimaatneutraal 2050

PBL (het Planbureau voor de Leefomgeving) heeft een reeks van analyses uitgevoerd om een helder beeld te krijgen van de technische mogelijkheden en beperkingen om Nederland klimaatneutraal te maken in 2050. In het overkoepelende hoofdrapport  ’Trajectverkenning klimaatneutraal 2050’ concludeert PBL dat het haalbaar is, maar dat wel forse veranderingen nodig zijn. Concreet betekent dit onder andere: meer energie besparen en meer elektriciteit produceren met CO2-vrije bonnen; meer gebruik maken van lokale warmtebronnen; op grote schaal en efficient gebruik van duurzame biogrondstoffen en groene waterstof; flink meer capaciteit van CO2-afvang en opslag (CCS); en aanpassingen in landbouw en landelijk gebied.

Om Nederland fossielvrij te maken, is grote beschikbaarheid van biogrondstoffen en waterstof nodig. Daarnaast zal opschaling nodig zijn van negatieve emissies door de afvang en opslag van biogene CO2. PBL stelt dat negatieve emissies het beste gerealiseerd kunnen worden door de biogene CO2 af te vangen die bij biobrandstofproductie vrijkomt en deze op te slaan onder de grond, ook wel bio-energie met CCS (of BECCS). Hiermee gaat het in tegen het Europese denken over negatieve emissies, dat veel grotere capaciteit van directe afvang van biogene koolstof voorziet (DACCS). zegt PBL dat ingezet moet worden op het realiseren van negatieve emissies. PBL stelt dat de omvang van de Europese biobrandstofproductie voldoende groot zal zijn om genoeg negatieve emissies mee te realiseren, waardoor negatieve emissies uit DACCS grotendeels overbodig worden.

PBL heeft in de analyse ingezoomd naar hoe in de verschillende economische sectoren klimaatneutraliteit te bereiken is. Uitgangspunt daarbij was "om de trajecten richting klimaatneutraliteit vorm te geven tegen de laagste nationale kosten - het saldo van directe financiële kosten en baten vanuit nationaal perspectief - voor de periode 2030-2050”. PBL gaf ook aan dat naast reductie van broeikasgassen, energie en geld ook andere aspecten, zoals o.a. schaarse ruimte, beschikbaarheid kritische grondstoffen of beschikbaarheid van arbeidskrachten van belang zijn, maar dat dit onderwerpen zijn die in vervolgstudies aan de orde zouden kunnen komen.

De deelrapporten, o.a. per economische sector, zijn hier te vinden, en betreffen:

  • Productie, import, transport en opslag van waterstof in Nederland
  • Trajecten naar een klimaatneutrale Nederlandse industrie met klimaatneutrale grondstoffen
  • Vier trajecten naar een klimaatneutrale gebouwde omgeving
  • Beschikbaarheid biogrondstoffen in Nederland en de Europese Unie
  • Trajecten naar een ‘klimaatneutrale' landbouw, landgebruik en glastuinbouw in 2050
  • Klimaatneutrale mobiliteit in 2050
  • Verkenning van toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen voor een klimaatneutraal elektriciteitssysteem in Nederland 2030-2050